Op een hoerentijd vertrokken (pardon my French). Half één s ochtends de loods aan boord. We hadden een bemanningswissel gehad, er waren een kudde (3 stuks) nieuwe matrozen aan boord gekomen, en natuurlijk had één van die drie de eerste stuurwacht. Oké, mijnheer matroos, welke schepen heb je hiervoor gehad? De oudjes? niks mis mee, maar deze beestjes sturen anders. Er hangt namelijk een Beckerroer onder, die veel efficiënter dan een conventioneel vleugelroer waarmee de oudjes uitgerust zijn. Dus kon ik de boot naar buiten sturen na een dagje van voor 7 uur 's ochtends tot na middernacht. Wordt je hard van.
De tweede stuurman mocht dus tot zes uur staan, zodat ik in ieder geval nog van twee tot zes een tukje kon bouwen. Onder die omstandigheden heb je maar weinig last van slapeloosheid. Hoewel, als je te lang doorstaat ben je zo doorgedraaid dat je eerst een half uurtje of nog langer tot rust moet komen voordat je inderdaad in slaap kunt komen.
Mijn wacht van 6 tot 8 was bij de passage van Marketskallen. Een nauw stukje waar alle verkeer komende uit de Botnische Golf en Botnische Zee samen komt. Het kan er vrij druk zijn, en het gaatje is maar twee mijl breed. Iedereen heeft haast dus het is nog wel eens dringen geblazen, waarbij degene met de sterkste zenuwen wint. Ik had dit keer twee meeliggers die wat langzamer waren (wij hadden óók haast) dus bij de achterste een beetje voordringen, die gelukkig een beetje plaats maakte. De voorste bleef keurig het stuurboordswalletje houden, zodat ik, tegen alle regels van goede zeemanschap in, via bakboord bij hem voorbij kon steken. Er waren geen tegenliggers, dus het ging. Verder pikte ik op die manier de binnenbocht, zodat ik hem nog sneller voorbij was.
Op de middagwacht van 1600 tot 2000 de passage van Bornholm en 's avonds waren we alweer op het Kieler kanaal. Dat begon dus alweer met wachten. We zouden direct naar binnen kunnen. Lig je voor de sluis: o ja, d'r moeten ook nog schepen uit. Niet dat dit lang duurt, maar het irriteert. En och, een half uurtje ben je gauw kwijt. Direct na de sluis konden we bij de eerste Weiche alweer een half uurtje pas op de plaats maken, dus we waren nog geen uur in het kanaal, en we hadden alweer een uur vertraging. Dat schoot op.
Gelukkig ging de rest van het kanaal vlotter.
De tweede stuurman mocht dus tot zes uur staan, zodat ik in ieder geval nog van twee tot zes een tukje kon bouwen. Onder die omstandigheden heb je maar weinig last van slapeloosheid. Hoewel, als je te lang doorstaat ben je zo doorgedraaid dat je eerst een half uurtje of nog langer tot rust moet komen voordat je inderdaad in slaap kunt komen.
Mijn wacht van 6 tot 8 was bij de passage van Marketskallen. Een nauw stukje waar alle verkeer komende uit de Botnische Golf en Botnische Zee samen komt. Het kan er vrij druk zijn, en het gaatje is maar twee mijl breed. Iedereen heeft haast dus het is nog wel eens dringen geblazen, waarbij degene met de sterkste zenuwen wint. Ik had dit keer twee meeliggers die wat langzamer waren (wij hadden óók haast) dus bij de achterste een beetje voordringen, die gelukkig een beetje plaats maakte. De voorste bleef keurig het stuurboordswalletje houden, zodat ik, tegen alle regels van goede zeemanschap in, via bakboord bij hem voorbij kon steken. Er waren geen tegenliggers, dus het ging. Verder pikte ik op die manier de binnenbocht, zodat ik hem nog sneller voorbij was.
Op de middagwacht van 1600 tot 2000 de passage van Bornholm en 's avonds waren we alweer op het Kieler kanaal. Dat begon dus alweer met wachten. We zouden direct naar binnen kunnen. Lig je voor de sluis: o ja, d'r moeten ook nog schepen uit. Niet dat dit lang duurt, maar het irriteert. En och, een half uurtje ben je gauw kwijt. Direct na de sluis konden we bij de eerste Weiche alweer een half uurtje pas op de plaats maken, dus we waren nog geen uur in het kanaal, en we hadden alweer een uur vertraging. Dat schoot op.
Gelukkig ging de rest van het kanaal vlotter.