Het vuiltje is inderdaad komen aanwaaien. Ietsje later dan verwacht, gelukkig maar, want ik laat de jongens liever met de kraantjes spelen als het wat rustiger is. Het kan wel, maar waarom zou je risico gaan lopen als het niet hoeft. Vandaag doen ze de laatste hand aan de ruimen en wordt het dek aangepakt. Eindelijk het ergste van de stof en zooi kwijt. We hadden nog steeds verneukpoep (Zuid Afrikaans voor kunstmest, sorry, kon het niet laten) in de gangboorden vanaf Rio Grande. Het schip voor ons had dat daar gelost en toen we aankwamen hadden ze dat nog niet aangestoft.
We hebben nu vanaf gisterenavond tussen de 30 en 40 knopen op de windmeter. Zuid West zoals voorspeld. Gelukkig maar, daarmee hebben we een oppertje. Als het zo doorgaat neemt het zaterdag, overmorgen, af. Misschien kunnen we dan met wat bakjes aan dek gooien. Er staan nog vier bakjes met sjormateriaal in het gangboord, twee wil ik in één van de containers hebben en de andere twee bovenop de containerstore. Kunnen ze de andere vier gezelschap houden. We hebben nog veel te veel van die zooi aan boord.
Verder hebben we nog twee containers, het zwembad en het verfvlot te versjouwen. Verfvlot in het zwembad, containers achterop aan stuurboord, zwembadje erbovenop, en dan hebben we mooi de ruimte voor de pontons aan dek. Ik kan er zes aan de voorkant van de accommodatie stapelen. We hebben dan geen uitzicht meer vanuit de messroom, maar dat is maar tijdelijk. Allemaal volgens het plan waar ik een paar dagen terug mee druk geweest ben.
De kapitein maakt zorgen over het plaatsen van de pontons. Dat heeft hij met dit schip nog niet eerder meegemaakt. Logisch, als je slim bent laat je die krengen in het ruim liggen. Maar we moeten nu wel. En zes stuks vlak voor de opbouw? Die hoef je tot aan zeeklaar maken niet meer beet te pakken. Ze moeten wel passen natuurlijk, en daar is de kapitein nu juist beducht voor. Ik voorzie geen moeilijkheden, maar mocht het toch niet gaan, plan B. Daar hebben we tenslotte plannen voor: om ze te veranderen.
Ondanks de zeegang, metertje of twee, gaat het beloodsen gewoon door. We liggen hier pontificaal op de eerste rang, vlakbij het loodsstation. We zien dus iedereen voorbijkomen. Dat komt omdat we eerst in Montevideo gelost hebben. Andere schepen voor dezelfde bestemming die ergens anders vandaan kwamen liggen veel verder buitenop. Hier lig je beter. Je hebt wat te zien en de golfoploop is lager. Buitenop is toch een mijltje of veertig verderop. De Rio de la Plata is echt groot.
De leerlingen zijn in rep en roer. De tutor, leraar, gaat er in San Lorenzo af. Aan de ene kant vinden ze dat prachtig, want ze kregen van hem flink de pin op de neus gedrukt. Ze vonden zich volledig oud en wijs genoeg om zelf wel te kunnen uitmaken wat en wanneer aan de studie zouden doen. Met goed twintig mag dat ook wel. Ze gedragen zich over het algemeen echter als een stel pubers, en worden dus direct als zodanig behandeld. Tutor is een oude scheepsmachinist, die ze beslist niet anders behandelt als hij een beginnend derde (jongste) machinist zou behandelen. Eerst laten zien wat je kunt en dan praten we verder.
Voorlopig helaas is dat laten zien tot nu toe bedroevend weinig gebleken. Dat zal vanaf vertrek tutor wel anders worden, want wij, kapitein,machinist en ik, hebben op zich wel wat anders te doen dan een stelletje balsturige leerlingen achter de vodden aan te zitten. Beetje afhankelijk van wat de nieuwe kapitein zal zeggen, die wordt in San Lorenzo óók afgelost, samen met de machinist, zal het een gooi in het diepe worden. Je wou het toch zelf doen? Alsjeblieft. Één keer per dag op de brug komen om de klusjes op te halen, voor de rest wachtjes kloppen en als je wat af hebt, dan kun je langs komen voor controle. Kom je niet? Prima. Tijdens de wacht is er tijd zat voor overleg en vragen stellen. En als dat niet voldoende is, als m'n schot (deur van m'n hut) open is, dan kun je langs komen. Iedereen aan boord heeft een vrij strakke regelmaat, als je iemand wilt spreken kun je hem altijd vinden.
Aan de andere kant, de jongens hebben nog maar zes weken te gaan, dus de tijd begint wel te dringen. Aan de overkant van de plas zullen ze wel naar huis gaan. Dat zien ze natuurlijk ook aankomen. Zes weken zijn zo voorbij.
Maar er zit schot in het kompaskleedjes project. Ben nu bij het omzomen van nummer één aangeland. Daarna de zeilringen erin jassen en dan is die klaar.