Vanochtend was buiïg, nu constante regen. De luchttemperatuur zakt als een pudding in elkaar. Gisteren rond deze tijd was het 27°C nu 19, zeewater gezakt van 26 naar 16. Kortebroekenweer is over. Welkom in Canada in de vroege herfst. Een hoop regen kan overigens nog van Leslie komen. Die zit on nog steeds achter de, nu lange, broek. Wat wind betreft zwijnen we bij het leven, normaal zo dicht bij een tyfoontje waai je uit de lijken. Die term komt overigens uit de zeilvaart. Een lijk is de rand, vaak verstevigd met een ingenaaid touw, van een zeil. In die versterking zitten de zeilogen, waarmee het zeil is vastgemaakt aan de mast of andere rondhouten (ra's en zo). Waait het hard, dan scheurt het zeil, terwijl de ogen met de versterkingen, dus de lijken, blijven zitten. Het zeil waait dan uit de lijken.
Overigens is Leslie hoe dan ook geen tyfoon meer, maar een extra-tropische cycloon. Op 1800 UTC vandaag zit 'ie op 38°48'N 059°48'W. Wij zitten daar 5,5 graad noordelijk van, dus 330 mijl en met een snelheid van 31 knopen is hij twee keer zo snel. Hij komt dus vlotjes dichterbij. Driehonderd mijl wordt meestal aangehouden als een afstand waarbij je echt voorzichtig moet gaan worden. Dat hangt uiteraard af van de sterkte van het beest, maar je moet ergens vanuit gaan.
Maar hij zwakt ook af, want een tyfoon haalt z'n kracht uit de temperatuur van het zeewater. Bij 27°C zeewater kan hij ontstaan en sterker worden, lager en hij zwakt af. Het blijft een vies stukje weer, maar een groot deel van het venijn is eruit.
Technisch gesproken zitten we in het linksvoor kwadrant. Op noorderbreedte is dat niet het rotste plekje. Een tyfoon heeft een rotatiesnelheid, de vaart waarmee hij in de rondte tolt, en een voorwaartse snelheid. Die twee moet je bij elkaar optellen. De draai is tegen de klok in, net als met elk lage druk gebied. Zit je links voor, dan wordt je a: van het pad weggedrukt en b: je moet de voorwaartse en de draaisnelheid van elkaar aftrekken. Rechtsvoor zit je slecht, dan waai je naar het pad toe en moet je de snelheden optellen. Rekenvoorbeeld: snelheid 30, rotatie 80, linksvoor 50 knopen (= 10 beaufort), rechtsvoor 110 knopen (= dikke 12). Drie keer raden waar je beter zit.
Op het zuidelijk halfrond draait de boel de andere kant op. Overigens is het een fabeltje dat de draaikolk in een putje op zuid andersom draait. De kracht die daarvoor zou moeten zorgen (de Coriolis versnelling) is zo klein dat de invloed te verwaarlozen is.
Die Coriolis versnelling (het is géén kracht, hij wordt veroorzaakt door het draaien van de aarde) is overigens wel de reden dat de wind rond een lage druk gebied tegen de klok draait. Daarvoor is hij wel weer sterk genoeg.
De verklaring is als volgt. Als je op de pool staat, dan is je rotatiesnelheid nul. De aarde draait onder je voeten in de rondte. Je gaat richting evenaar. De snelheid van het aardoppervlak is daar 360×60 mijl per 24 uur = 900 knopen = 1666.8 km/h. Stel je doet de reis in een dag (24 uur). Dan ga je (gemiddeld) elk uur bijna 70 km/h harder (ten opzichte van het aardoppervlak). Dat is de Coriolis versnelling. De echte versnelling is afhankelijk van de breedte. Bij de evenaar is ze zo goed als nul geworden, en bij de pool maximaal (evenredig met sinus breedte, wiskundig beschouwd).
Overigens is Leslie hoe dan ook geen tyfoon meer, maar een extra-tropische cycloon. Op 1800 UTC vandaag zit 'ie op 38°48'N 059°48'W. Wij zitten daar 5,5 graad noordelijk van, dus 330 mijl en met een snelheid van 31 knopen is hij twee keer zo snel. Hij komt dus vlotjes dichterbij. Driehonderd mijl wordt meestal aangehouden als een afstand waarbij je echt voorzichtig moet gaan worden. Dat hangt uiteraard af van de sterkte van het beest, maar je moet ergens vanuit gaan.
Maar hij zwakt ook af, want een tyfoon haalt z'n kracht uit de temperatuur van het zeewater. Bij 27°C zeewater kan hij ontstaan en sterker worden, lager en hij zwakt af. Het blijft een vies stukje weer, maar een groot deel van het venijn is eruit.
Technisch gesproken zitten we in het linksvoor kwadrant. Op noorderbreedte is dat niet het rotste plekje. Een tyfoon heeft een rotatiesnelheid, de vaart waarmee hij in de rondte tolt, en een voorwaartse snelheid. Die twee moet je bij elkaar optellen. De draai is tegen de klok in, net als met elk lage druk gebied. Zit je links voor, dan wordt je a: van het pad weggedrukt en b: je moet de voorwaartse en de draaisnelheid van elkaar aftrekken. Rechtsvoor zit je slecht, dan waai je naar het pad toe en moet je de snelheden optellen. Rekenvoorbeeld: snelheid 30, rotatie 80, linksvoor 50 knopen (= 10 beaufort), rechtsvoor 110 knopen (= dikke 12). Drie keer raden waar je beter zit.
Op het zuidelijk halfrond draait de boel de andere kant op. Overigens is het een fabeltje dat de draaikolk in een putje op zuid andersom draait. De kracht die daarvoor zou moeten zorgen (de Coriolis versnelling) is zo klein dat de invloed te verwaarlozen is.
Die Coriolis versnelling (het is géén kracht, hij wordt veroorzaakt door het draaien van de aarde) is overigens wel de reden dat de wind rond een lage druk gebied tegen de klok draait. Daarvoor is hij wel weer sterk genoeg.
De verklaring is als volgt. Als je op de pool staat, dan is je rotatiesnelheid nul. De aarde draait onder je voeten in de rondte. Je gaat richting evenaar. De snelheid van het aardoppervlak is daar 360×60 mijl per 24 uur = 900 knopen = 1666.8 km/h. Stel je doet de reis in een dag (24 uur). Dan ga je (gemiddeld) elk uur bijna 70 km/h harder (ten opzichte van het aardoppervlak). Dat is de Coriolis versnelling. De echte versnelling is afhankelijk van de breedte. Bij de evenaar is ze zo goed als nul geworden, en bij de pool maximaal (evenredig met sinus breedte, wiskundig beschouwd).