Zowat de hele dag Elbe en Kieler Kanaal. 's Ochtends om zes uur bij de loods bij vuurschip Elbe 1. Stroom tegen, maar 't bootje doet goed 16 knopen, dus het vertraagt niet zó veel. De kleinere kustertjes doen acht of tien, dus die hebben er meer last van. De loods komt bij Elbe 1 met een speciale catamaran. Het is nog wel eens rot weer in die hoek, dus hebben ze een catamaran laten bouwen waarvan de drijvers onder water zitten. Het echte water oppervlak is erg klein gehouden. Gevolg is dat het ding ook in zware zee erg stabiel is, het beweegt nauwelijks op de zee. Hij is ook vrij hoog, dus je hebt een kleine loodsladder nodig. Dat is weer relatief gemakkelijk voor de matrozen. Een loodsladder is zwaar, en je hebt in het gangboord maar weinig ruimte om met het onding te manoeuvreren.
't Is mooi weer, en het is een genoegen om dan die rivier op te varen. Bij Cuxhaven waren ze bezig om een werkhaven te maken voor het assembleren van windmolens. Die krengen schieten ook overal als paddestoelen uit de grond. Vooral daar in Duitsland kun je bijna geen kant opkijken of er staat weer zo'n luchtklutser te molenwieken. Om negen uur loodswissel en om half tien in de sluis. Direct na de sluis moesten we voor de kant om bunkers te nemen. Oostzee en Noordzee zijn gebieden waar je alleen maar laag zwavelige brandstof mag stoken, en dat was bijna op. We kregen 210 ton, dat moet voldoende zijn om Casquets (ook wel de kaaskutjes genoemd; als we de kans krijgen ergens iets schunnigs van te maken dan wordt van die gelegenheid graag gebruik gemaakt) te halen. Daar ligt ongeveer de limiet (op 5° west).
Je ligt daar in het kanaal te bunkeren, en alle schepen komen dichtbij langsvaren. Dat veroorzaakt een zuiging, en dat kostte ons een tros. Die dingen beginnen aardig rot te worden. Ze slijten uiteraard, en moeten zo af en toe vervangen worden. Ik hoop dat we in Antwerpen nieuwe krijgen, want het is hoognodig. Er staan 6 op de bestellijst.
Om één uur konden we verder. Nieuwe loods en twee roergangers. Grotere schepen krijgen in het Kieler Kanaal speciale roergangers aan boord. Normaal doen de matrozen dat, maar hier hebben ze weer een speciaal regeltje. Natuurlijk hebben deze heren hun eisen, en één ervan is een zetel bij de stuurstand. Een stuurstand heet niet voor niets zo. Sturen is inspannend, maar na een tijdje geestdodend werk. De kans is vrij groot dat je afgeleid wordt of zelfs indut, dus liever geen stoel. Voor Herr Kanalsteuerer is dat uiteraard anders. Ze zijn met z'n tweeën en lossen elkaar regelmatig af. De loods wordt halverwege het kanaal afgelost bij de metropool Schülp (twee huizen en een kroeg), maar de roergangers blijven het hele kanaal, van sluis tot sluis, aan boord.
Het kanaal is relatief smal, en om elkaar te passeren heb je uitwijkplaatsen, plaatselijk "Weichen" genoemd, en op z'n Engels "Sidings". Komt er een dikke collega van de andere kant, dan moet één van de twee wachten. Welke? Dat beslist "Traffic Control". Het was druk in het kanaal dit keer, dus moesten we regelmatig wachten op zo'n tegenligger. Verder moesten wat haasthebbers laten laten passeren van "Traffic", dus toen we eenmaal bij de sluis van Holtenau kwamen aankakken lag die vol en konden we wéér wachten.
Van de andere kant kwam een zusje aan, de "Damgracht". Daar had de kapitein graag een plaatje van geschoten als we samen in de sluis lagen, maar dat ging hem niet worden. Damgracht moest op ons wachten, want zij werd aan dezelfde kolk toegewezen. Zij heeft twee uur in de Kieler Förde liggen dobberen. Toen we elkaar vlak buiten de sluis tegenkwamen was het inmiddels stikdonker, dus geen foto's voor het rederijsuffertje, oftewel ons inhouse magazine.