Dat één velletje papier zo duur kan zijn. Kort voor twaalven kwam de agent voorbij met de clearance. We mochten weg. Of de grote baas van de rederij is langs geweest met een eind hout, of de havenmeester kan op vakantie. Hoe het ook zij, we varen weer. Blij toe. De enige die wat minder tevreden was, was de bootsman. Die was net halverwege de jib van kraan drie. Hij mocht dus afbreken, want de kapitein wilde geen seconde langer dan nodig blijven liggen. We hoefden geen loods te nemen. Dus spijker eruit (het anker wordt nog weleens spijker genoemd) en gaan met die banaan.
De boeienroute naar buiten gevolgd. Bij het naar binnen gaan hadden we gezien dat niet alle boeien goed gekarteerd waren. Die hadden we dus op de juiste plek in de kaart ingetekend. Op die manier weet je hoe je weer naar buiten kan komen. Op een rivier als deze moet je er maar op vertrouwen dat de boeien aan de vaargeul worden aangepast. Dat moet je op de Weser ook, maar daar heb je er meer vertrouwen in. Maar als je ingaand gevaren hebt, dan moet uitgaand via dezelfde route ook lukken. Zo niet, eh, even Apeldoorn bellen?
Buitenop is het lekker rustig. Slingeren zoals op de route naar Owendo doen we (nog) niet. Volgens de klimatologische gegevens en volgens het weerbericht hebben we overigens wind en deining voornamelijk van voren, dus dat wordt stampen in plaats van slingeren.
Inmiddels zijn we we de evenaar ook over. Het wordt nu zaak de derde stuurman en de leerlingen er van te overtuigen dat dit een serieuze geschiedenis is, en dat Neptunus niet erg gecharmeerd is van brutale en illegale overstekers.
Ondertussen mag ik wel eens aan mijn aflossing gaan denken. Dat doe ik toch wel, maar er moeten toch een aantal dingen vierkant zijn voor een gemakkelijke overdracht. Gisteren kwam de rederij met de naam van m'n beoogde aflosser. Gelijk gekeken in de "vrienden en vijanden" lijst. De rederij heeft een nieuwsblaadje dat ongeveer maandelijks uitkomt. Als bladvulling staan hier de schepen met de aangemonsterde bemanningsleden vermeld. De normale termijn is vier maanden varen met 2 à 3 maanden verlof, dus het blaadje van vier maanden terug bekeken, en ja hoor, dezelfde persoon staat als stuurman op een zusterschip.
Ik weet dus gelijk dat hij al een tijdje bij de rederij zit, en dat hij ervaring heeft op het type schip. Dat maakt mijn overdracht direct al een stukje simpeler. Oké, het is nog drie weken varen, maar toch.
Leerling had een vraag over brandblussers. Dus zo'n apparaat van het schot getrokken, open geschroefd en laten zien hoe zo'n apparaat er van binnen uitziet. Er gaat niets boven aanschouwelijk onderwijs. Dat opentrekken werkt met een schuimblusser en met een poederblusser. Met een CO2 blusser is zoiets niet aan te bevelen. Overigens, sommige poederblussers staan ook op druk. daar moet je dat ook niet doen. Die blussertjes herken je aan de manometer. Dat soort simpele dingen schijnt tegenwoordig niet meer bij de opleiding te horen. De hemel mag weten wat de bedoeling is als er brand uitbreekt en je moet à la minute je blussertjes gaan bijvullen. We hebben de voorgeschreven reserves aan boord. Maar als je niet weet wat je daar mee moet aanvangen?
Aansluitend uiteraard strikvragen gesteld over hoe vaak moeten die dingen gecontroleerd worden, waaruit bestaat die controle en volgens welke wet is dit voorgeschreven. Moet allemaal bekend zijn. Alle regels moet je kunnen terugvinden, want wetgevers hebben nog wel eens de mode om zonder enige (duidelijke) aankondiging van alles te veranderen. Publicatie in bijvoorbeeld de staatscourant is in mijn optiek niet een duidelijke aankondiging. Ik ken maar weinig mensen die een abonnement hebben op dat ding. Bovendien, de officiële aankondigingen munten ook niet uit in duidelijkheid.
Al dat soort regeltjes staan in de SOLAS wetgeving. Dus mag leerling de wetboeken erbij pakken en laten zien hoe de wetgeving aangaande draagbare blussystemen eruit ziet. Ook dat wordt ternauwernood op school onderwezen, terwijl dat toch vrij belangrijk is. Als één of andere geschifte inspecteur z'n eigen regeltjes aan het uitvinden is, en dat komt voor, moet je hem wel met de echte wetboeken om de oren kunnen slaan.
Het leven van een leerling gaat gewoonlijk over rozen. Maar daar zitten soms verrekte scherpe doorns aan.