Vandaag naar huis. Zal tijd worden. Vanochtend nog even met het schip binnenlopen in Palm Beach, afmeren, klaarmaken voor de lossing, een beginnetje maken met het lossen, overdracht doen.
Ach, anders verveel ik me toch maar. Wel, afmeren was standaard, alleen was de kade aan de korte kant en hadden ze aan het uiteinde van de (insteek)haven een oliescherm neergelegd, waardoor het nog korter werd. Het paste wel, maar nog net.
De autoriteiten waren tot mijn grote verrassing schappelijk en heel menselijk. Pikkenparade was niet nodig, alleen degene die geen Amerikaans visum hadden moesten opdraven. Geen visum komt nog wel eens voor bij onze Filipijnen, het schijnt dat in Manilla het aanvragen van zo'n ding nogal wat tijd in beslag neemt. Langer dan deze mensen aan verlof hebben
Ook de Coast Guard had al van te voren laten horen dat ze de loswerkzaamheden niet zouden storen. Heel prettig. Doen ze natuurlijk wel, maar in ieder geval in beperkte mate. Als alles in orde is, geloven ze het verder wel. Voor mij overigens niet zo interessant, want ze zouden pas de andere dag, maandag, komen.
Even met Zevenster gebabbeld, die hadden een kudde stuwadoors geregeld met het idee dat we met zoveel mensen (leerlingen) best met twee kranen tegelijk kon werken. Niet echt tegelijk, als je met een jacht bezig bent moet de rest van de boel stilstaan, maar één voor één. Als de één aan het voorbereiden is, dan kan de ander hijsen. De gezichten gingen op half zeven toen ik vertelde dat de drie leerlingen die nog over waren eraf gingen, en dat de nieuwe ploeg brandnieuw was. Zulk soort geintjes kun je niet met onervaren mensen doen. Onze vlucht, die van de leerlingen en mij, ging echter pas om zeven uur 's avonds. De gaande man er toen voor de ochtend toch maar bijgetrokken. Eens kijken hoever we komen. Tot de middag ging het eigenlijk best goed. Minder snel dan eigenlijk verwacht, twee voor gelost met kraan één en achter ook twee met kraan drie.
Direct na de middag nog ééntje in het water geplempt en toen lag kraan drie stil. We hadden geen sleuteltjes van het derde jacht. Normaal krijg ik de sleuteltjes van de jachten, en aan de overkant krijgen ze deze weer terug. Dat is voor als we onverhoopt averij aan die dingen krijgen. We kunnen er dan in geval van nood in ieder geval in. Ook wil de douane nog wel eens een kijkje nemen. Zit zo'n jacht op slot dan wordt 'ie door de douane zonder pardon open gebroken. Ook dan voorkomt een sleuteltje schade.
Echter levert niet iedereen trouw z'n sleuteltje in. Vrijwel altijd zijn er één of twee die missen. Heeft de eigenaar hem per ongeluk in de zak laten zitten, of hij heeft z'n bootje gewoon opengelaten onder het motto "ik heb toch niets te verbergen". In ieder geval hadden we geen sleutel, en er was ook geen eigenaar die we op de kop konden houden en leegschudden daarvoor.
Het werd toen aardig vol naast het schip. Van een ander bootje was er ook geen eigenaar, maar wel een sleutel. Normaal laat je ze dan even langszij liggen totdat den mensen op komen dagen, maar wij hebben maar een beperkt aantal strekkende meters schip waar we een jacht kunnen afmeren, en met een paar 30 meter jachten wordt die ruimte snel minder. We moeten ze ook nog in het water kunnen laten zakken. Hoe het uiteindelijk opgelost is weet ik niet, want zo rond die tijd moest ik, samen met de leerlingen, bij de kapitein komen voor de laatste administratieve handelingen, afrekeningen en zo.
Toen ben ik er maar mee genokt. Tussen de bedrijven door een praatje gemaakt met de nieuwe collega. Die nam het lossen naadloos van me over. Ik hoop alleen maar dat mijn overdracht op papier voldoende geweest is om goed door te kunnen.
Ietsje voor half zes werden we met ons drieën opgehaald door een busje. Tenslotte moeten de koffers ook mee. Dit keer was het vliegen vanaf Palm Beach. Bij een eerdere gelegenheid vloog ik vanaf Miami, en dat was een stuk verder rijden. In dit geval was het drie keer struikelen en we stonden op het vliegveld. Lokale vlucht naar Atlanta, en binnenslands zijn de Amerikanen bij lange na niet zo schizofreen als naar het buitenland toe. Als de Amerikaanse autoriteiten binnenslands zich net zo zouden gedragen als tegenover buitenlanders, dan zouden ze stante pede een eind hout in d'r nek krijgen. Dat loopt allemaal een stuk vriendelijker.
We hadden met ons vieren een e-ticket. Die werd natuurlijk door de machine geweigerd, dat is naar mijn ervaring bijna altijd zo. Waarom ze die dingen hebben ingevoerd weet ik niet, want de helft van de tijd heb je toch iemand nodig omdat de machine iets verkeerd leest of dat er wat anders aan de hand is.
In dit geval was de vlucht vertraagd. Volgens het dametje dat ons hielp was het maar tien minuten en hadden daarmee ruim voldoende de tijd om de intercontinentale vlucht naar Nederland te halen. Dat klopte als een bus.
Op Atlanta kom je direct de beveiligde zone binnen, ook daar geen gedonder met de beveiliging. Atlanta is een erg groot vliegveld met zes stationsgebouwen. Die zijn met elkaar verbonden via een ondergrondse spoorlijn met zowat om de minuut een treintje. Uiteraard kwamen we binnen op A en de vlucht ging op F. Die was nog in aanbouw of werd gerenoveerd. In ieder geval zat je op het laatst om je heen te kijken met een blik in je ogen van moet ik nou hier wezen of zit ik nou op een bouwplaats. Het bleek beide te wezen.
De vlucht naar Schiphol was op tijd en liep zelfs tijdens de vlucht nog wat in. Bij aankomst waren we een kwartier te vroeg.
Voor de immigratie stond een rij vanjewelste. Zeker vakantietijd. Stomtoevallig stond ik in de snelste rij, en binnen de kortste keren was ik erdoor. Je moet mazzel hebben. Ik kom bij de lopende band van de bagage aanlopen, en ik kan zo m'n koffers van de band plukken. Zo vlot had ik het nog nooit meegemaakt.
De rederij had Schipholtaxi geregeld. Die balie maar opgezocht. "Ja, mijnheer, u staat op de lijst, de taxi komt zo". Keurig. Nou neem ik dat soort berichten meestal met een korreltje zout. Ik ga maar zitten en start m'n computer op om dit verhaal aan te vullen. Ik had de tekstverwerker nog niet geladen of de chauffeur was er al. Ik was het eerste adres op z'n lijst. Onderweg genoeglijk met de chauffeur gekletst. Die bleek in een vorig leven in de scheepsbouw in Hoogezand gewerkt te hebben. Raakvlakken genoeg.
Zelfs de sleutel van de voordeur paste.