Een kadootje voor Elsje
Sinterklaas wil graag van Elsje weten wat ze in haar schoentje wil. Elsje vraagt Sint om de pil. "Waarom de pil?" vraagt de Goedheiligman.
"Ik heb nu al zes poppen en ik wil er niet meer."
.
Wat is je naam?
In een winkelcentrum in Schiedam vraagt Sinterklaas aan een meisje hoe ze heet en krijgt alleen een boze blik. Sinterklaas herhaalt de vraag. Tenslotte antwoordt het meisje verontwaardigd: "Dat heb ik je vanmorgen in Rotterdam verteld en nu ben je het alweer vergeten!"
.
Sinterklaas en de kerstman
De Kerstman en Sinterklaas zitten gezamenlijk aan de bar. Zegt Sinterklaas tegen de Kerstman: "Doe mij eens een biertje."
Waarop de Kerstman zegt: "Ik ben Sinterklaas niet!"
.
Boren
Een vader begint tegen zijn zoon over Sinterklaas. Waarop zijn zoon antwoordt: "Ach, schei toch uit met je Sinterklaas. Ik heb alles gevonden in de kelder, het kostuum, de baard en die staf. Ik geloof allang niet meer in Sinterklaas. En," zegt hij, "nou we toch kerels onder elkaar zijn, met die ooievaar kan je ook wel inpakken."
Antwoordt zijn vader: "O ja, weet je dan hoe het wel gaat?"
"Ja," zegt hij, "kinderen worden geboren en ik zal net zo lang zoeken tot ik die boor ook gevonden heb."
Sinterklaas wil graag van Elsje weten wat ze in haar schoentje wil. Elsje vraagt Sint om de pil. "Waarom de pil?" vraagt de Goedheiligman.
"Ik heb nu al zes poppen en ik wil er niet meer."
.
Wat is je naam?
In een winkelcentrum in Schiedam vraagt Sinterklaas aan een meisje hoe ze heet en krijgt alleen een boze blik. Sinterklaas herhaalt de vraag. Tenslotte antwoordt het meisje verontwaardigd: "Dat heb ik je vanmorgen in Rotterdam verteld en nu ben je het alweer vergeten!"
.
Sinterklaas en de kerstman
De Kerstman en Sinterklaas zitten gezamenlijk aan de bar. Zegt Sinterklaas tegen de Kerstman: "Doe mij eens een biertje."
Waarop de Kerstman zegt: "Ik ben Sinterklaas niet!"
.
Boren
Een vader begint tegen zijn zoon over Sinterklaas. Waarop zijn zoon antwoordt: "Ach, schei toch uit met je Sinterklaas. Ik heb alles gevonden in de kelder, het kostuum, de baard en die staf. Ik geloof allang niet meer in Sinterklaas. En," zegt hij, "nou we toch kerels onder elkaar zijn, met die ooievaar kan je ook wel inpakken."
Antwoordt zijn vader: "O ja, weet je dan hoe het wel gaat?"
"Ja," zegt hij, "kinderen worden geboren en ik zal net zo lang zoeken tot ik die boor ook gevonden heb."