Een jongen die naakt in een vijver aan het zwemmen is, besluit zich te gaan afdrogen, maar ziet dat er een meisje naast zijn kleren is gaan zitten.
Hij ziet een roestige emmer liggen. Met dat object voor zijn onderlijf loopt hij op haar toe. Ze leest een boek.
'Wat lees je daar?' vraagt hij haar quasi achteloos.
'Een boek over gedachtenlezen.' zegt ze schalks. 'Ik weet bijvoorbeeld wat jij nu denkt. Jij denkt op dit moment nog steeds dat er een bodem in die emmer zit.'.
Hij ziet een roestige emmer liggen. Met dat object voor zijn onderlijf loopt hij op haar toe. Ze leest een boek.
'Wat lees je daar?' vraagt hij haar quasi achteloos.
'Een boek over gedachtenlezen.' zegt ze schalks. 'Ik weet bijvoorbeeld wat jij nu denkt. Jij denkt op dit moment nog steeds dat er een bodem in die emmer zit.'.