hij draait, speelt, zoemt, huilt,
wervelt, rukt, vernielt en waait
alle richtingen in en uit
opent vensters, slaat deuren dicht
blaast bladeren de lucht in
breekt takken uit bomen
geselt daken en afvoergoten
zwiept rivierwater hoog op
wolken razen over t land
regen striemt de aarde
anti winterweer treft ons landje
wacht tot storm is uitgeraasd
om dagelijks brood te halen
bij de bakker op de hoek.