Drie dames zitten gezellig te kletsen over de klavots van hun man. De eerste zegt: ik noem m altijd gordijntje, omdat ie na elke voorstelling naar beneden gaat.
Zegt de tweede: ik noem m altijd gluiperd, omdat ik nooit weet of ie van voor of van achter aanvalt.
Zegt de derde: ik noem m altijd roddeltje.Hoezo vragen de anderen? Omdat hij zo makkelijk van mond tot mond gaat.
Zegt de tweede: ik noem m altijd gluiperd, omdat ik nooit weet of ie van voor of van achter aanvalt.
Zegt de derde: ik noem m altijd roddeltje.Hoezo vragen de anderen? Omdat hij zo makkelijk van mond tot mond gaat.