Jantje vraagt aan zijn vader waar de kinderen vandaan komen. Hij gelooft niet in de ooievaar.
Zijn vader weet eigenlijk niet wat hij moet zeggen en zegt dan maar dat de kinderen uit appels komen.
Jantje is tevreden en stopt een appel in zijn broekzak als hij naar school gaat voor in de pauze.
In de klas vraagt Marietje toevallig ook waar de kinderen vandaan komen. De juffrouw vraagt het de
andere kinderen hierop een antwoord te geven. Jantje mag het zeggen en hij zegt dan:
"Zal ik hem uit mijn broek halen?"
Zijn vader weet eigenlijk niet wat hij moet zeggen en zegt dan maar dat de kinderen uit appels komen.
Jantje is tevreden en stopt een appel in zijn broekzak als hij naar school gaat voor in de pauze.
In de klas vraagt Marietje toevallig ook waar de kinderen vandaan komen. De juffrouw vraagt het de
andere kinderen hierop een antwoord te geven. Jantje mag het zeggen en hij zegt dan:
"Zal ik hem uit mijn broek halen?"