Eerste dag van de oefeningen. Gewoon standaard, niets bijzonders, alleen hebben nieuwe kapiteins nog weleens nieuwe ideeën aangaande bepaalde details. De rederij heeft het liefst op alle schepen alles zoveel mogelijk hetzelfde, alleen is niet elke kapitein het eens met die instructies. De kapitein, schipper naast god, heeft daartoe het recht, en niet te vergeten ook de plicht. Als de kapitein het anders wil dan de rederij, dan heeft de kapitein nog altijd gelijk. Maar een beetje verwarrend kan dat wel zijn. Terwijl de bedoeling van de rederij juist is die verwarring juist weg te nemen.
In het verleden is eens een inventarisatie gemaakt van de verschillende instructies op de schepen. Het bleek dat op twaalf schepen er veertien(!) verschillende instructies waren. Die instructies, de brandrol en sloepenrol genaamd, hangen in elke hut en op publieke plaatsen zoals de brug, machinekamer en messroom. In een aantal gevallen was bij de komst van een nieuwe kapitein een nieuwe set instructies gemaakt, waarbij een aantal van de oude vergeten waren te vervangen.
Voor de rest bezig geweest met een inventarisatie van het werkgoed. De kasten puilen nu al uit. Ik vraag me af waar of als er nóg meer bij komt we de boel moeten laten. We moeten wel voor alle maten voldoende aan boord hebben voor acht maanden. En ik heb al drie kasten vol met die zooi.
Even rekenen geeft acht leerlingen + tutor, twee ploegen is achttien. één volle ploeg Filipijnen is tien en twee keer een volle ploeg Europeanen is twee keer zeven is veertien. Samen tweeënveertig sets. De helft daarvan in de populaire maten en een kwart voor de winkeldochters. Werken op basis van je ervaring gaat niet, daarvoor is acht maanden gewoon te lang. En dan zul je nog zien dat je plotseling alleen maar gasten aan boord krijgt met schoenmaat 43.
Interessant is natuurlijk dat de vorige keer in Vlissingen een aantal maten niet geleverd zijn. In plaats daarvan hebben we een maatje groter geleverde gekregen. We zitten dus met een, (niet zo) zacht gezegd, niet goed uitgebalanceerde voorraad. Het zijn wel de populaire maten dus het probleem lost vanzelf op, dat wel.
In ieder geval valt de ITCZ mee. Over de nacht wat buitjes gehad om de boel op te frissen, maar overdag geen probleem wat dat aangaat. We krijgen zo langzamerhand een windje op de kop. We zitten een dag voor de Kaapverdische eilanden en als we daar voorbij zijn krijgen we een dikke woei op de kop. Dat zal wel buizen worden. Niet echt een bezwaar. Het schilderwerk aan dek is zowat rond. Daarna kunnen we het kontje doen, daar begint ook alweer hier en daar een plekje op te komen. Verder ligt er hier en daar nog wat rotzooi, wat de vorige keer met dekwassen niet goed meegekomen is. Nog een keer de spuit eroverheen, en dan wat grondiger, moet dat oplossen.
De derde stuurman kwam met het bericht dat hij tussen luik één en luik twee gas had geroken. Op zich een goed teken, dan staat er in ieder geval trek op de ventilatieschachten. Voorlopig dat plekje maar even verboden gebied verklaard. Morgen maar weer eens snuffelen.
Met al die inventarissen en oefeningen schiet project kompashoezen niet op. Dat ligt al vanaf de ankerperiode bij Montevideo. D'r is nogal wat breiwerk nodig, maar iedere keer is er weer wat anders aan de hand. Maar dat is altijd zo. Het ene is nog niet af of het andere kondigt zich alweer aan. Je verveelt je anders toch maar.