Tweede dag van de grote schoonmaak. Het begint op te schieten. Gisteren was ruim twee half gedaan, en dat is vandaag afgemaakt.
Met de derde stuurman en de leerlingen heb ik een hosetest gedaan. Dat is met de brandslang kijken of het ruim wel waterdicht is. Het dekwassen was gisteren niet afgemaakt, dat ging in één moeite door.
Met een hosetest sta ik in het ruim met een walky talky. De derde stuurman laat zijn mensen op de naden van het ruim spuiten, en geeft door waar hij bezig is. Meestal hoor ik dat zo wel, maar hoe verder naar achteren we komen hoe meer het geluid van de machine gaat overheersen. Ik kijk dan of er geen spatjes naar binnen komen.
Er zijn in dit geval twee redenen om het te doen. De eerste is dat de volgende lading waarschijnlijk uit staal en staalproducten, buizen en zo, zal bestaan. Daar mag absoluut geen zeewater bij komen. Om zeker te weten dat de ruimen helemaal dicht zijn, spatwaterdicht zou je kunnen zeggen, voeren we zo'n hosetest uit. Het gebeurt ook nog wel eens dat een surveyor aan de wal dat ook wil doen. In dat geval staan we niet voor verrassingen.
Er zijn eigenlijk vier manieren om de waterdichtheid te controleren. De meest nauwkeurige is een ultrasoon test. Dan wordt er in het ruim een kastje neergezet dat ultrasoon geluid uitzendt. Je loopt dan met een microfoon en koptelefoon op langs alle naden, en zo gauw je een piep hoort heb je een lek gevonden. Voordeel is de nauwkeurigheid, nadeel is je hebt speciale spullen nodig.
De tweede is de hosetest die we in dit geval uitgevoerde hebben. Nauwkeurigheid is voldoende en het is uit te voeren met spullen die aan boord van elk schip te vinden zijn. Er moet alleen wel goed op de naden gespoten worden. Doe je dat niet dan kun je nog weleens wat missen.
Nummer drie is met luchtdruk. je zet de ventilatie dicht, en blaast met een grote ventilator lucht in het ruim. Daardoor krijg je een drukverhoging in het ruim, en overal waar het lekt ontsnapt de lucht. Soms kun je dat horen, maar beter is om zeepsop te gebruiken. Bellenblazen duid op een lek. Op zich een goede methode, maar je moet wel een geschikte ventilator hebben. Bovendien krijg je nog wel een s een vals positief resultaat. Dan lijkt het net of er bellen aan het blazen zijn, terwijl er toch geen lek is.
De vierde methode is met krijt. Je doet het ruim open, en je smeert de rand waar het afdichtingsrubber op komt te rusten in met krijt. Ruim dicht en weer open. Overal waar het rubber de rand geraakt heeft is het krijt weg. Deze methode is het minst nauwkeurig, en eigenlijk niet geschikt. Het rubber moet een bepaalde compressie hebben om goed af te dichten, het moet een stukje worden ingedrukt. Normaal is dat 8 à 10 mm. Met deze methode krijg je al resultaat als het rubber lichtjes raakt, en je bent dan geneigd om iets goed te keuren terwijl het dat eigenlijk niet is. Bovendien is deze methode alleen in de haven te doen, de ruimen moeten open, en is vrij omslachtig.
De tweede reden voor de hosetest was de reparatie aan het rubber vlak na vertrek. Je wilt wel graag weten of de reparatie goed is uitgevoerd.
De matrozen zijn na het ruim bezig geweest met de ruimingangen. Die zitten ook onder het stof, natuurlijk. Als er een inspecteur door de ruimingang naar beneden gaat om te kijken of het ruim wel schoon is, wil je geen vieze toegang hebben. Punt één loop je de rommel weer naar binnen, en punt twee, zo'n inspecteur is ook een mens. Als die wat ziet wat niet helemaal goed is zal hij der rest beter gaan controleren. Zou ik zelf ook doen.
Volgende aan de beurt zijn de verblijven, binnen en buiten. Hoewel we de ventilatie tijdens de lossing voor een groot gedeelte dicht hebben gehouden, en daar waar ze open moest blijven hadden afgedicht met filterdoek, is er ook de nodig stof naar binnen komen dwarrelen. De buitenkant is hoe dan ook een grote stofbende. Als laatste zijn de kranen aan de beurt. Die zitten ook dik onder het stof. Maar die zijn voor het grootste gedeelte verticaal en zijn dus wat makkelijker af te spoelen.
We komen er wel, eens.