Onderweg naar Montevideo vanaf volg je de kust. En daar heb je je, eerst in Brazilië en later in Uruguay te pas en te onpas te melden. In Brazilië maken ze het zich gemakkelijk, gewoon een mailtje sturen dan komt het wel goed. Maar in Uruguay moet je melden bij een kuststation. Op onze route op drie verschillende plaatsen. Waarschijnlijk door ervaring wijs geworden stond in de boeken al dat bij geen antwoord onverwijld een mailtje naar het plaatselijke hoofdkantoor van de kustwacht gestuurd diende te worden. De agent had doorgegeven dat hij daar ook een kopie van wilde hebben.
Bij het eerste meldpunt, om elf uur gisteravond, geen antwoord. Dus een mailtje naar de kustwacht, en een CC naar de agent. Tweede meldpunt, om vijf uur 's ochtends, geen antwoord. Dus een mailtje naar de kustwacht, en een CC naar de agent. Derde meldpunt, om negen uur 's ochtends, geen antwoord. Dus een mailtje naar de kustwacht, en een CC naar de agent. Uiteindelijk gaf Montevideo loodsstation sjoege. Ik vraag me dus enigermate waarom dat meldsysteem in stand gehouden wordt. Het enige wat die jongens doen is pitten, voor zover wij het kunnen beoordelen. En wij waren heus de enige niet, ik heb meer schepen horen roepen.
Het blijft frisjes, een graadje of vijftien. Maar ja, het is hier dan ook bijna winter. Om half twaalf konden we bij de loods zijn, maar die was het er niet mee eens. Het anker er dus maar weer eens ingegooid. Uurtje later, kom maar door, loods komt om half twee, half uurtje naar binnen, tussen half drie en drie vast. En dan maar eens kijken waar het schip strandt.
Nou ja, zo gemakkelijk... We zijn net tussen de pieren en de loods zegt: "er ligt een ander schip op uw ligplaats". Waren ze schijnbaar vergeten. We hadden inmiddels twee sleepbootjes bij ons in de buurt liggen. Wij dead slow (zeer langzaam) doorkachelen, en één van de sleepbootjes kreeg de opdracht om de Chinees, want dat was het, wakker te schudden en van ons plekje weg te schoppen.
Of die Chinezen al zoiets verwacht hadden weet ik niet, maar binnen de kortste keren was onze kade leeggemaakt en konden we met niet al te veel vertraging voor de kant komen.
Bakboord voor de kant.... Bakboord??? Onze kranen staan aan stuurboord en een stuk van 150 ton kunnen we alleen over die kant lossen. Heeft de agent dat niet verteld? Je krijgt walkranen. Als ze dat nou een prikkie eerder verteld hadden, had dat een halve hartverlamming gescheeld.
Maar toen we er eenmaal lagen ging alles heel behoorlijk aan de gang. Twee walkraantjes van hetzelfde model dat we zouden lossen kwamen aangereden, twee mannetjes van het stuwadoorsbedrijf aan boord die bijna even goed Engels konden als ik Spaans, maar dat mocht de pret niet drukken. We moesten alleen twee en een half uur pontonnen gooien. Het bootje zit nou een keer gecompliceerd in elkaar, en je moet alles precies op volgorde doen anders loopt het knijp.
Morgen om acht uur 's ochtends klaar, we gaan over de nacht door, zegt de stuwadoor. Ik kijk het zo af en toe even aan, en ik denk: dat kon wel eens wat vroeger worden. Goede kranen, de mensen werken door, dat gaat vlot.
Voor hetzelfde geld zijn ze om twee uur 's ochtends klaar en staan ze om vijf uur op de stoep, net als bij die Chinees voor ons. Komt om acht uur 's avonds de agent nog even langs om te vertellen dat hij zonder verdere poeha kan regelen dat we om 1300 de loods krijgen. Haast hebben we toch niet, dus dat is kaasje. Gelijk instructie gegeven dat we niet in het holst van de nacht te keer zullen gaan. Morgen om acht uur zijn ze de eerste. Hebben we vier uur de tijd voor de pontons. Bij aankomst deden we het in omgekeerde volgorde in twee-en-een-half, houden we nog tijd over om de losse rommel, stoppertjes, hout en meer van dat soort dingen uit het ruim te tillen. Scheelt al weer. En we houden nog tijd over om rustig te eten.
Ondanks de ongeorganiseerde puinhoop die ze er van maken mág ik ze wel, die Uruguayanen.